De internationale gemeenschap zou met een combinatie van diplomatieke gesprekken en nucleaire ontwapening moeten reageren op de oplopende spanningen in Azië. Een dreigende kernoorlog is echter alleen af te wenden door het aantal kernwapens te verminderen – niet alleen in Noord-Korea.
Hoe onprettig de boodschap voor met name de VS ook is: zo lang landen vasthouden aan hun kernwapens, zullen andere landen deze ook willen hebben. Noord-Korea is daarop geen uitzondering. Hoe meer landen met hun kernwapens dreigen, hoe groter de kans dat deze ook worden ingezet, met alle verwoestende gevolgen van dien. Zoals de voormalige secretaris-generaal van de VN Ban Ki-Moon het verwoordde: er zijn geen goede handen voor de verkeerde wapens. Het zich nu steeds herhalende patroon van escalatie, reactie, sancties en nucleaire testen kan alleen eindigen wanneer landen elke dreiging met kernwapens sterk veroordelen en serieus werk maken van nucleaire ontwapening. De beste manier hiervoor is door zich aan te sluiten bij het internationale verbod op kernwapens, dat in juli dit jaar bij de VN tot stand is gekomen.
De raket van maandag is de derde die het land sinds 1998 afvuurde over Japan, en een van de meer dan tachtig rakettesten sinds 2011, toen Kim Jong-un aan de macht kwam. In plaats van het opvoeren van hun eigen militaire dreiging, kunnen de VS en Zuid-Korea beter investeren in betere diplomatieke betrekkingen met Noord-Korea. De EU kan hier een bemiddelende rol bij spelen.