Tegenstellingen regeren tijdens nucleaire onderhandelingen

Door: Peter Paul Ekker en Katja van Hoorn

Tijdens de conferentie in Wenen, waar bijna alle van de 111 lidstaten van het non-proliferatieverdrag en honderden waarnemers vanuit het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigd waren, werd gesproken over de manier waarop het verdrag moet worden geïnterpreteerd en nageleefd. Bij de vorige conferentie, in 2010, werd een ambitieus stappenplan aangenomen om tot wereldwijde nucleaire ontwapening te komen. Dit jaar werd voor het eerst getoetst of dit stappenplan al iets heeft opgeleverd.

Dat er nog een lange weg te gaan is om tot daadwerkelijke nucleaire ontwapening  te komen, blijkt uit de vele tegenstrijdigheden die wij signaleerden tijdens de conferentie. Om je een indruk te geven, zetten we de belangrijkste op een rij:

10 tegenstellingen NPV PrepCom in Wenen

Bijna alle landen willen uiteindelijk een algemeen verbindend, alomvattend vedrag dat het gebruik en bezit van kernwapens verbiedt om zo een kernwapenvrije wereld te bereiken en te handhaven. Niemand wil het voortouw nemen om te beginnen met onderhandelen, of zelfs maar te spreken over hoe een onderhandelingsproces eruit zou kunnen zien.
Veel staten uiten harde taal over Iran’s gebrekkige naleving van het verdrag. Iran uit harde taal over de Amerikaanse kernwapens in Europa.
Veel staten erkennen de catastrofale humanitaire gevolgen van het gebruik van kernwapens. Veel staten weigeren de uitvloeiselen van internationaal humanitair recht te erkennen als het gaat om de legaliteit van kernwapens.
Het non-proliferatieverdrag blijft de basis van het internationale kernwapenbeheersingregime. De belangrijkste bondgenoten van India, Pakistan, Israel en Noord-Korea accepteren dat deze landen wel kernwapens hebben maar geen lid van het verdrag zijn.
Er wordt nauwelijks vooruitgang geboekt in nucleaire ontwapening. Bondgenoten van kernwapenstaten zweren bij de stap-voor-stap benadering die nu al 40 jaar duurt.
Het streven naar een massavernietigingswapenvrije-zone in het Midden-Oosten is essentieel voor het voortbestaan van het verdrag. Israel is geen lid van het non-proliferatieverdrag maar heeft wel kernwapens.
De kernwapenstaten streven uiteindelijk naar een kernwapenvrije wereld. Alle kernwapenstaten investeren het komende decennium kapitalen in modernisering van hun arsenalen.
Diplomaten staan open voor input van het maatschappelijk middenveld, en zijn makkelijk benaderbaar Het is moeilijk meetbaar wat het effect van deze diplomatieke openheid is en of de gegeven input daadwerkelijk gebruikt wordt.
De agenda voor deze bijeenkomst werd zonder commentaar aangenomen, terwijl hier vijf jaar geleden een week over werd vergaderd Het enige besluit wat daadwerkelijk word genomen, is over de agenda: dus als staten willen dwarsliggen dan doen ze dat op dit punt.
Alle staten pleiten voor een stap-voor-stap benadering. Geen van de kernwapenstaten zet ook daadwerkelijk een stap vooruit.

Voor meer informatie over de dagelijkse gang van zaken tijdens deze conferentie en de tien krantjes die zijn uitgegeven met verslaglegging, zie: www.reachingcriticalwill.org.