Nieuwe sancties Iran bieden geen oplossing

Op 23 januari heeft de Europese Raad nieuwe sancties tegen Iran afgekondigd. Officieel heeft de EU een ‘twee-sporen-benadering’ richting Iran: zowel sancties als diplomatie. De nu ingestelde sancties ondergraven de effectiviteit van dit beleid. Enerzijds is het zeer de vraag of de sancties enig positief effect zullen hebben, anderzijds ontbreekt het momenteel aan visie op het diplomatieke vlak. Dit biedt weinig perspectief op het beoogde doel: Dat Iran afziet van het ontwikkelen van nucleaire wapens

 

Nederland zou een ambitieuze visie op veiligheid in het Midden-Oosten moeten omarmen. Een dergelijke visie zou gesprekken met Iran vlot kunnen trekken en wel leiden tot de gewenste resultaten.

Onderdeel van deze visie zou moeten zijn:

  • Een evenwichtige benadering van non-proliferatie en ontwapening richting alle landen in het Midden-Oosten. Dit moet leiden tot een massavernietigingswapenvrije zone in de regio.
  • De dreiging dat Iran een kernwapen ontwikkelt, maar ook de weigering van Israel en Pakistan om toe te treden tot het non-proliferatieverdrag verdient een actievere diplomatieke inzet van Nederland en van de Europese Unie.
  • Diplomatieke doelen richting Iran moeten worden bijgesteld. Het door de VN-Veiligheidsraad ingestelde verbod aan Iran om uranium te verrijken staat een diplomatieke oplossing in de weg. In plaats daarvan moet Iran de mogelijkheid worden geboden om in ruil voor adequate transparantie zelf uranium te verrijken zonder sancties.
  • De regering moet niet langer verwijzen naar de ‘P5+1’ (AO RBZ van 19-1-2012) als gevraagd wordt naar mogelijke diplomatieke inspanningen, maar naar het IAEA en de voorbereidingen voor de intergouvernementele conferentie over een Midden-Oosten massavernietigingswapenvrije zone die dit najaar in Finland wordt gehouden.