Onlangs hebben de staten die lid zijn van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) besloten een aantal van de voorrechten op te schorten die Syrië heeft op grond van het Verdrag inzake Chemische Wapens (CWC). Deze beslissing volgde op het overweldigende bewijs dat wees op zowel het gebruik van chemische wapens door het Assad-regime in de aanhoudende Syrische burgeroorlog, als het niet aangeven en vernietigen van de rest van zijn voorraden chemische wapens. Burgers vormden 97,6% van de slachtoffers bij Syrische aanvallen met chemische wapens tussen 2011 en 2017. Minstens een kwart van de directe doden bij latere aanslagen waren kinderen.
Dit voorbeeld van internationale actie tegen massavernietigingswapens (WMD) kan worden geplaatst in een lijn van inspanningen om burgers te beschermen tegen de buitengewoon onevenredige, willekeurige en voor het milieu verwoestende gevolgen van massavernietigingswapens.
Wat zijn massavernietigingswapens?
Volgens de VN kunnen massavernietigingswapens worden omschreven als “[…] atoomexplosiewapens, wapens met radioactief materiaal, dodelijke chemische en biologische wapens, en alle wapens die in de toekomst worden ontwikkeld en die kenmerken hebben die qua destructief effect vergelijkbaar zijn met die van de atoombom of andere hierboven genoemde wapens.”
In de praktijk kunnen massavernietigingswapens miljoenen mensen ernstig verwonden en doden, en het huidige climaat en dat van toekomstige generaties fundamenteel vernietigen. Zonder respect voor onderscheidingen tussen burgers en militaire doelwitten, landsgrenzen of het klimaat, is het duidelijk dat het noodzakelijk is om massavernietigingswapens voor altijd uit te bannen.
Welke juridische instrumenten hebben landen bedacht om massavernietigingswapens uit te bannen?
Biologische, chemische en kernwapens werden al wettelijk als massavernietigingswapens bestempeld met de ondertekening van het Protocol van Genève in 1925. Dit verdrag verbiedt het gebruik van chemische en biologische wapens in internationale oorlogsvoering. Het specifieke verbod op het aanleggen van voorraden, de productiecapaciteit en de verificatie van het bezit of het gebruik van chemische wapens werden pas aangekaart na de ineenstorting van de Sovjet-Unie met het CWC (1993). Dit verdrag richtte de OPCW op.
Om chemische wapens volledig te elimineren, vereist de OPCW dat de staten die lid zijn chemische wapens (inclusief hun onderdelen en productiefaciliteiten) aan te geven, een tijdschema voor vernietiging op te stellen en inspecties ter plaatse toestaan om het bovenstaande te verifiëren.
Eerder dit jaar presenteerde het Verdrag inzake het verbod op kernwapens (TPNW) de kroon bovenop decennia van anti-kernwapenverdragen. Verschillende aspecten van kernwapens, zoals het testen (Partial Test Ban Treaty, 1963; Comprehensive Test Ban Treaty, 1996) en de verspreiding ervan (Non-Proliferatie Verdrag, 1968) waren al vastgesteld, evenals verschillende regionale afschaffingsverdragen.
Voor het eerst verbiedt de TPNW de ontwikkeling, productie, opslag, overdracht, plaatsing en (dreiging met en hulp bij) het gebruik en testen van kernwapens. Met dit verdrag werd een fundamentele stap gezet in de bescherming van burgers, de voornaamste slachtoffers, tegen de buitensporige schade van een ander type massavernietigingswapens. Hoewel de recente beslissing van de OPCW relatief mild was met betrekking tot de gruweldaden begaan door het Assad-regime, toont het aan dat de internationale gemeenschap binnen een degelijk wettelijk kader kan samenkomen om het gebruik van massavernietigingswapens te veroordelen. Het herinnert eraan dat, hoewel het tijd kost, de internationale rechtsgrondslag voor actie tegen gebruikers van massavernietigingswapens bestaat.