‘Een akkoord dat de verhoudingen in de regio op scherp zet en Iran de benodigde adempauze verschaft om daadwerkelijk een kernbom te bouwen’. Met die woorden omschrijft Halbe Zijlstra (nrc, 8 april) het nucleaire akkoord met Iran, dat hij bovendien degradeert tot mogelijke ‘historische fout’. Het artikel ademt de wantrouwende mentaliteit van iemand die, wanneer hij eenmaal heeft besloten dat iemand niet deugt, daar niet van af te brengen is; welk positief gedrag de ander ook ten toon spreidt. In het geval van Iran is dat het feit dat het land zijn verrijkingspraktijken beperkt en meer controles toelaat dan in het verleden.
Liever verdraait Zijlstra de feiten zodanig dat ze passen in zijn frame van het per definitie slechte Iran. Zo zegt hij Iran ‘stelselmatig’ inspecties weigert. Onzin: De IAEA inspecteert dagelijks installaties in Iran en met deze deal zal Iran meer inspecties toestaan dan welk ander land ook. Ook stelt hij dat het akkoord Iran zou toestaan 5000 installaties te behouden ‘die ook gebruikt kunnen worden voor niet-vreedzame doeleinden’. In werkelijkheid mag Iran alleen onder strenge controle zogeheten 1e generatie-installaties behouden die technisch niet in staat zijn uranium te verrijken voor militaire doeleinden. Het is dan ook niet waar – zoals Zijlstra beweert – dat Iran binnen een jaar een kernbom kan ontwikkelen.
Zijlstra’s neiging om Netanyahu na te praten lijkt hem te verblinden bij het beoordelen van het nucleaire akkoord met Iran op wat het feitelijk is. Namelijk: een akkoord dat de verhoudingen in een regio die zo op scherp staat, de benodigde adempauze verschaft om stappen te zetten die het bouwen van een kernbom voorkomen.
Wilbert van der Zeijden