’Het perspectief van onder de paddenstoelwolk’. Dat is sinds de verwoestende atoombom op Hiroshima in 1945 de focus van de lokale krant Chugoku Shimbun. Tijdens mijn deelname aan de Hiroshima-ICAN Academy over nuclear weapons and global security dook ik in dit perspectief en zag ik wat de realiteit onder de paddenstoelwolk was en zelfs 74 jaar na de ontploffing van de bom in Hiroshima nog steeds is. Het meeste indruk op mij maakten de verhalen van de Hibakusha (overlevers van de atoombom). Hun indrukwekkende persoonlijke verhalen maken eens te meer duidelijk dat kernwapens verschrikkelijke inhumane wapens zijn die geen veiligheid bieden, maar juist groot menselijk leed veroorzaken.
De eerste overlever die ik ontmoete was Keiko Ogura. De details die zij tijdens haar verhaal vertelde maakten diepe indruk, zeker als je bedenkt dat ze dit als achtjarige meemaakte. Ze vertelde dat de rivier zich vlak na de ontploffing van de atoombom vulde met dode lichamen en ze de stad in brand zag staan. Vooral de angst die dit bij haar als achtjarige inboezemde wist ze 74 later nog helder te vertellen. Ook wist niemand in Hiroshima op dat moment over de gevaren van de radioactieve straling die vrij was gekomen bij de ontploffing. Zo vertelde Keiko dat ze op een gegeven moment aan een dokter vroegen ‘hoe het toch kon dat mensen zonder verwondingen toch plotseling konden sterven?’. Ze heeft zich ook jaren lang schuldig gevoeld, omdat ze mensen die om water smeekten water had gegeven. Gelijk nadat de mensen het water dronken stierven ze. Ze wist niet dat ze geen water aan de zwaargewonden moest geven. Hierover heeft ze zich jaren schuldig gevoeld en ze vroeg zich af of deze mensen vanwege haar waren omgekomen. Ze vertelde ‘de herinnering aan die dag voelt zelfs decennia later als een nachtmerrie’.
Wat ik daarnaast confronterend vond was hoe vaak geluk een rolde speelde in haar verhaal. In 1944, een jaar voordat de atoombom ontplofte, verhuisde Keiko van haar geboortehuis (1 km van de locatie waar de bom ontplofte), naar een huis 2,5 kilometer van ground zero. De vader van Keiko besloot hiertoe omdat er weinig schuilplaatsen waren in hun oude wijk. Hierdoor overleefde de familie het terwijl bijvoorbeeld hun oude buren die waren blijven wonen in hun oude wijk minder geluk hadden. Op de morgen van 6 augustus 1945, maakte Keiko zich net als andere doordeweekse dagen klaar om naar school te gaan. Haar vader had die dag echter een slecht voorgevoel en verbood haar om naar school te gaan. Als de familie Ogura een jaar eerder geen huis had kunnen vinden of als haar vader haar die dag toch naar school had laten gaan, dan had ze misschien 74 jaar later niet voor mij gezeten om haar verhaal te vertellen. Dit maakte duidelijk voor mij dat het enige wat je kunt doen is hopen dat het geluk aan jouw zijde is op het moment dat er een atoombom ontploft.
De tweede overlevende waar ik mee sprak was Lee Jongkeun. Hij was 16 jaar oud toen de atoombom ontplofte. Lee was wat ouder dan Keiko en had dan ook een heel ander verhaal. Vooral de allerdaagse dingen in zijn verhaal maakten veel indruk. Zo vertelde hij dat hij die morgen een discussie had gehad met zijn moeder over welke broek hij naar zijn werk moest dragen. Normaal droeg hij altijd een zwarte broek, maar op de ochtend van 6 augustus 1945 wilde hij graag zijn witte broek aan. Uiteindelijk nam hij door deze discussie een latere trein naar zijn werk dan normaal. Hij liep 10 minuten voordat de bom afging langs ground zero. Zoals hij zelf zei ‘als ik 10 minuten later was geweest dan was er niks dan zwarte kool van mijn over geweest’. Had hij als echte puber 10 minuten langer met zijn moeder gediscussieerd, dan was hij er niet meer geweest. Op het moment van de ontploffing liep Lee op straat en hij was net een brug overgestoken toen het licht opeens op een gekke manier veranderde. Lee was op de grond gaan liggen met zijn handen voor zijn ogen, zoals hem was geleerd. Toen hij na een tijdje weer voorzichtig keek kon hij niks zien en was alles zwart. Toen het een beetje was opgeklaard zag hij dat de huizen die er zojuist nog stonden allemaal volledig weggevaagd waren. Het eerste wat hij hierna deed was zijn broodtrommel zoeken. Die had hij namelijk in zijn hand op het moment van de ontploffing, maar was toen hij weer opstond verdwenen. Uiteindelijk lukte het hem zelfs om zijn boordtrommel tussen het puin te vinden. 20 meter van de plek waar hij tijdens de ontploffing was gaan liggen. Dit soort kleine menselijke details maakten diepe indruk op mij, want je kan je goed indenken dat je precies zo zou reageren.
Wat zowel bij Keiko als bij Lee in hun verhalen naar voren kwam was de discriminatie waarmee zij voor, maar vooral na de atoombom mee te maken hebben gehad. Lee vertelde dat hij mensen na de bom had horen zeggen dat ze niet dichtbij hem moesten komen omdat hij een overlever is. Al voor de bom werd Lee gediscrimineerd vanwege zijn Koreaanse achtergrond, als overlever met een Koreaanse achtergrond werd dit alleen maar erger. Zo kon hij alleen aan een baan komen door niet te vertellen over zijn Koreaanse wortels. Keiko Ogura vertelde ook dat het haar vanwege de stigmatisatie en discriminatie van de overlevers jaren had gekost om naar buiten te treden met haar verhaal. Zij vertelde dat het moeilijk was om te trouwen als Hibakusha en dat mensen het advies kregen om er niks over te zeggen. Dit allemaal omdat er angst was vanwege de radioactieve straling waar de overlevers aan waren blootgesteld.
Keiko Ogura voelde dat ”The purpose of our survive is to bring over our story to the younger generation’. Ze eindigde haar verhaal dan ook door te zeggen ‘de Hibakusha spreken zich uit om ervoor te zorgen dat de ‘evil’ inzet van kernwapens zich nooit meer zal herhalen’. De verhalen van Keiko Ogura and Lee Jongkeun hebben diepe indruk op mij gemaakt en hebben mij zeker gemotiveerd om hun verhaal te delen met zo veel mogelijk mensen. Zo wil ik ervoor zorgen dat iedereen er van doordrongen raakt wat de verschrikkelijke gevolgen zijn van kernwapens en dat deze wapens zo snel mogelijk de wereld uit geholpen moeten worden.
Coverfoto: © IWM (MH 29427)