De tweede sessie van de VN Open Ended Working Group over nucleaire ontwapening (OEWG) is vandaag afgerond. De Tweede Kamer gaf de regering middels de motie Servaes c.s. een heldere opdracht mee om zich tijdens de OEWG actief in te zetten voor doeltreffende maatregelen, waaronder de start van onderhandelingen over een internationaal verbod op kernwapens. De minister heeft de motie omarmd, maar vervolgens in Genève geen steun uitgesproken voor de ingediende voorstellen om te starten met onderhandelingen.
Meerderheid wil in 2017 onderhandelen
Een ruime meerderheid van de aanwezige landen heeft voorgesteld te gaan onderhandelen over een internationaal verbod op kernwapens. Enkelen deden het concrete voorstel dit in 2017 te doen. Nederland heeft geen steun uitgesproken voor dit voorstel. Dit is opmerkelijk, aangezien minister van Koenders op 28 april jl. tijdens het Kamerdebat over een verbod op kernwapens nog een motie omarmde die de regering onder andere opriep om zich tijdens de OEWG om uiteindelijk te komen tot een kernwapenvrije wereld. Het voorstel om in 2017 te gaan onderhandelen, zal waarschijnlijk in oktober in de Algemene Vergadering van de VN in stemming gebracht worden. PAX is verheugd over deze doorbraak, maar tegelijkertijd teleurgesteld in de houding van de Nederlandse regering. Het is helaas noodzakelijk dat de Kamer aandringt bij de Nederlandse regering om alsnog uitvoering te geven aan de motie Servaes c.s.[1]. In augustus wordt de derde en laatste sessie van de OEWG gehouden in Genève. Nederland zou daar alsnog onomwonden steun uit moeten spreken voor de start van onderhandelingen over een internationaal verbod op kernwapens.
Concrete maatregelen nucleaire ontwapening
Tijdens de OEWG werden verschillende plenaire sessies en panelgesprekken gehouden tussen staten, experts en NGO’s over concrete en effectieve maatregelen en wettelijke voorschriften die nodig zijn om te komen tot een kernwapenvrije wereld. Een meerderheid van staten pleitte nadrukkelijk voor concrete juridische maatregelen voor daadwerkelijke ontwapening in de vorm van een internationaal verbod op kernwapens. Daartegenover staat een kleinere groep landen die nog niet enthousiast is over het zetten van concrete stappen binnen eigen verantwoordelijkheid, samen met deze OEWG deelnemers. Het ongeduld dat onder de meerderheid groeit, is niet alleen merkbaar in de ferme statements die zijn gemaakt. Oostenrijk diende samen met 125 andere staten een working paper (WP.36) in dat oproept tot het instellen van doeltreffende maatregelen om het juridische gat in de internationale ontwapeningsverdragen te dichten, conform artikel VI van het NPV. Dat wil zeggen dat er een nieuw juridisch raamwerk moet komen om staten daadwerkelijk te verplichten tot nucleaire ontwapening. “Het moment voor een internationaal verbod is niet meer te stoppen. Nu is de vraag: Wie staat er aan de goede kant van de geschiedenis?” aldus meerdere Pledge Staten. Onder andere Oostenrijk, Mexico, Argentinië, Brazilië, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Indonesië, Maleisië, Jamaica, de Filippijnen en Zambia roepen in een gezamenlijk working paper op tot het houden van een internationale conferentie over de onderhandelingen voor een verbod op kernwapens, in 2017.
Nederland is niet zo ver
Nederland heeft tijdens de OEWG geen steun uitgesproken voor het voorstel van Oostenrijk om te gaan onderhandelen over een internationaal verbod op kernwapens. Nederland presenteerde namens Australië, België, Bulgarije, Canada en 13 andere landen een working paper waarin zij een zogenaamde ‘progressive approach’ introduceren, met een aantal voorstellen voor diverse juridische en niet-juridische maatregelen om tot nucleaire ontwapening te komen. Deze ‘progressive approach’ wordt echter door een meerderheid van staten als niet progressief gezien, omdat het niet expliciet spreekt over een verbod of een juridische maatregel tegen bezit, gebruik, dreigen met gebruik van kernwapens. Het juridisch hiaat blijft op dat vlak dus onverminderd bestaan.
De uitkomst van het Nederlandse Kamerdebat over een verbod op kernwapens is door de Nederlandse delegatie benoemd, maar steun voor de door velen voorgestelde start met internationale onderhandelingen, conform de motie Servaes c.s. werd niet uitgesproken. Wel herhaalde de Nederlandse delegatie de woorden die minister Koenders in het debat over het burgerinitiatief Teken tegen Kernwapens ook uitte, dat een verbod gezien moet worden binnen ‘de context van de chronologische ontwapeningsstappen zoals voorzien in artikel VI van het NPV’.
Het probleem met het NPV, specifiek artikel VI, is dat het wel landen verplicht om in goeder trouw te gaan onderhandelen over nucleaire ontwapening, maar vervolgens geen tijdslijn of concrete stappen biedt. Er is dus geen sprake van een ‘context van chronologische ontwapeningsstappen zoals voorzien in artikel VI’ zoals de regering stelt. Het is hierdoor volstrekt onduidelijk wat de minister voor reden heeft om geen uitvoering te geven aan de motie Servaes c.s.. Wat wel helder is, is dat een meerderheid van staten dringend aanvullende (juridische) maatregelen wil, juist omdat die concrete chronologische stappen momenteel ontbreken.
Tijdens de sessie op 11 mei pleitte de Nederlandse delegatie voor een zogenaamde ‘partieel verbod’ als startpunt. Dit zou betekenen dat sommige types kernwapens wel verboden zouden worden en anderen (nu nog) niet. Elk kernwapen heeft bij gebruik een onacceptabele humanitaire impact, wat de reden is om dit massavernietigingswapen nu eindelijk, zonder onderscheid naar type, te willen verbieden. De motie Servaes verzocht de regering hier mee aan de slag te gaan.
Achterblijven of aansluiten
PAX ziet het nog steeds als een belangrijke stap dat de Nederlandse regering tijdens het Kamerdebat een motie heeft omarmd waarin duidelijk wordt opgeroepen zich actief in te zetten voor doeltreffende maatregelen, waaronder de start van onderhandelingen over een internationaal verbod op kernwapens. Met slechts het vermelden van de uitkomst van het Kamerdebat zonder de oproep daadwerkelijk uit te voeren, dus zonder te pleiten voor de start van onderhandelingen over een internationaal verbod, laat de regering echter nog onvoldoende zien dat het zich aan wil sluiten bij de meerderheid van landen die klaar staat om te onderhandelen over een internationaal verbod op kernwapens. De volgende en laatste sessie van de OEWG begint op 22 augustus. De Nederlandse regering heeft dus nog een kans om onomwonden steun uit te spreken voor de start van onderhandelingen. Helaas is het daarvoor nu al noodzakelijk aan te dringen op uitvoering van de motie Servaes c.s.
[1] Motie van het lid Servaes c.s. over doeltreffende maatregelen om te komen tot een kernwapenvrije wereld Kamerstuk 34419-11
Download hier de PDF versie van deze policy brief
Bekijk hier de oproep van Setsuko Thurlov, overlevende van de atoombomaanval op Hiroshima, aan Nederlandse politici: